Weekthema 9: Eén God en één volk

God roept Zijn volk. Dat doet Hij in het oude verbond met het volk Israël. In het nieuwe verbond roept God mensen uit alle volken. Deze week lezen we over Filippus die in Samaria het Evangelie brengt. Petrus brengt het Evangelie naar het huis van Cornelius, een Romeins officier. Saulus ijvert als Farizeeër voor de Joodse wetten. Hij vervolgt de volgelingen van Jezus. Maar Jezus stelt hem aan als apostel van de heidenen. Jezus heeft Joden en niet-Joden tot één volk gemaakt.

Lees elke dag: Deuteronomium 26:19
Hij zal u een plaats geven, hoog boven alle volken die Hij gemaakt heeft, tot lof, tot een naam en tot sieraad; en dat u een heilig volk zult zijn voor de HEERE, uw God, zoals Hij gesproken heeft.

Maandag – Filippus in Samaria
Lezen: Handelingen 8:1-8

De jonge gemeente van Jeruzalem groeide in aantal. De apostelen legden zich toe op gebed en verkondigden het Evangelie. Ze onderzochten het Oude Testament en stelden vast dat vele van de profetieën over de Heere Jezus waren uitgekomen. Omdat de gemeente te Jeruzalem groeide, stelden de apostelen 7 diakenen aan. Zij namen het dagelijks bestuur van de gemeente over. Stefanus was één van hen. Hij werd later, met de toestemming van Saulus, door de Joden gestenigd. Deze Saulus is later Paulus genoemd. Hij wierp vele volgelingen van Jezus in de gevangenis. Het was gevaarlijk om in Jeruzalem christen te zijn. Velen keerden terug naar hun geboortestreek.

Filippus, een andere diaken uit de gemeente van Jeruzalem, ging op weg naar Samaria. Hij predikte Jezus als opgestane Messias. Velen in deze stad kwamen tot geloof. Filippus deed zoals de Heere Jezus had bevolen. Hij onderwees wat Jezus had gedaan. Zij die tot geloof kwamen doopte hij. Hij leerde alles wat Jezus gezegd had en mensen brachten het in toepassing. De gelovigen van Samaria waren gehoorzaam. Er gebeurden vele tekenen en wonderen: mensen genazen en boze geesten gingen uit. Er was veel blijdschap in Samaria. Alles wat Jezus aan de apostelen had beloofd, kwam uit (Markus 16:17-18).

Gebed
Heere Jezus, van Filippus leer ik dat hij trouw bleef en Uw Naam verkondigde, ondanks het verdriet om de dood van zijn goede vriend Stefanus. Wilt U me helpen om vast te houden aan Uw plan met mijn leven?

Dagsluiting
Lees Handelingen 8:26-40. Filippus mocht aan een vooraanstaande Ethiopiër het Evangelie uitleggen. Vanuit het boek Jesaja toonde hij dat Jezus de langverwachte Messias van de Joden was. Nadat deze man gedoopt was, verkondigde Filippus het Evangelie in Asdod en reisde nadien naar Ceasarea, waar hij is blijven wonen. Er staat verder over hem geschreven: “…en (wij) kwamen in Ceasarea. Wij gingen naar het huis van Filippus, de evangelist, die een van de zeven diakenen was, en bleven bij hem. Deze had vier dochters, nog maagden, die profeteerden (Handelingen 21:8-9).”

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Dinsdag – Verzoening
Lezen: Deuteronomium 21:1-9

De Heere God geeft leven. Hij ziet om naar ieder persoon. Wanneer iemand omkomt, zij het door een ongeval of door moord, is dat voor Hem een ernstige zaak. Deze wet heeft te maken met een onopgeloste moord. Hierdoor lag bloedschuld op het volk Israël. Er was verzoening nodig. De oudsten van de dichtstbijzijnde stad brachten de priesters in Jeruzalem op de hoogte. Dezen stuurden een delegatie van rechters om de misdaad te onderzoeken. De dood van een mens was een zwaar misdrijf. Indien de dader niet werd gevonden, bleef er schuld op het grondgebied liggen. Daarom voerden de oudsten van de stad een rituele handeling uit om deze schuld weg te nemen.

De oudsten van de stad braken de nek van een jonge koe als teken van straf voor de misdaad. Vervolgens wasten ze boven het dier hun handen met water. Hierdoor wendden ze de schuld van het grondgebied af. Naast deze handeling spraken ze een gebed uit: “Onze handen hebben dit bloed niet vergoten…Doe verzoening over Uw volk…, HEERE,…en leg geen onschuldig bloed te midden van Uw volk Israël!” Pilatus kende dit ritueel toen Jezus onschuldig voor hem stond. Hij nam water, waste zijn handen voor de ogen van de menigte en zei: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige (Mattheüs 27:24).”

Gebed
Heere Jezus, hoewel U onschuldig was hebt U zoveel schuld gedragen toen U stierf aan het kruis. U bracht me bij de Vader. Dank U wel daarvoor.

Dagsluiting
Lees 2 Korinthe 5:17-21. Onze God is een God van verzoening. Alles wat in een mensenleven kan foutlopen wil Hij herstellen. In het Oude Testament kun je lezen hoe het volk Israël verzoening vond voor hun zonden. Zelfs voor een onopgelost misdrijf moesten de leiders van het grondgebied verzoening zoeken, door de schuld van de misdaad af te wenden. Toen de Heere Jezus stierf aan het kruis, heeft God de schuld van zonden op Hem doen neerkomen. Indien we dit geloven is de schuld van onze zonden afgewend. We zijn verzoend met God. Nu is Hij onze Vader.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Woensdag – Saulus ziet Jezus
Lezen: Handelingen 9:1-9

Saulus herinnerde zich de woorden van Stefanus: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook (Handelingen 7:31).” Hij was, samen met de andere Joodse wetgeleerden, woedend geweest. Nu trok hij als afgevaardigde van de Joodse Hoge Raad in Jeruzalem, naar Damascus. Hij vond het een voorrecht om deze nieuwe sekte te bestrijden. Totdat hij de Heere Jezus zag. Het is onbegrijpelijk hoe één van de grootste vervolgers van het vroege Christendom, genade vond in de ogen van God. Saulus had zich, zoals Stefanus gezegd had, lange tijd verzet tegen de Heilige Geest, maar toen hij de verheerlijkte Christus ontmoette, veranderde zijn leven. Het had geen zin om zich langer te verzetten tegen de kracht van God. Toen Saulus vroeg: “Wie bent U, Heere?” gaf hij zich gewonnen.

Het visioen van de Heere Jezus had hem sterk aangegrepen. Hij was ontdaan en beefde van schrik. Jezus Zelf gaf de opdracht de stad in te gaan en te wachten. Saulus had op dat moment geen idee hoe zijn leven verder zou verlopen. Hij was blind en werd door anderen geleid naar een plaats waar hij op instructies moest wachten. Jezus openbaarde aan Saulus wat Hij van hem verwachtte. Stap voor stap veranderde hij tot de grote apostel van de heidenen.

Gebed
Dank U, Jezus, voor Uw grote genade, dat U mensen verandert.

Dagsluiting
Lees 1 Timotheüs 1:12-17. Paulus was zich steeds bewust van zijn roeping. Jezus Zelf gaf hem de opdracht om in de bediening te staan. Hij vond niet dat hij dit verdiende, want hij had de gemeente van Christus vervolgd. Maar God was hem genadig geweest. Hoezeer was hij zich bewust dat hij zondaar was. Hij was een goed voorbeeld van iemand van wie je zou denken dat hij het helemaal had verprutst. Maar God is altijd anders. Hij is de alleenwijze God die verrassend en onverwacht mensen zoals jou en mij tot Zich trekt.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Donderdag – Gods persoonlijk eigendom
Lezen: Deuteronomium 26:15-19

Het volk Israël stond op het punt het beloofde land in te trekken. De generatie die de wetten had ontvangen, was omgekomen in de woestijn. Nadat hij de wetten opnieuw voorlas, smeekte Mozes om de zegen van God voor het volk en voor het land. Mozes drukte de Israëlieten op het hart dat de wetten van God Zelf kwamen. Mozes sprak niet vanuit eigen gezag, maar op gezag van de Koning der Koningen, Die zit in Zijn heilige woning. Het gehoorzamen van de wetten van God was vanzelfsprekend. Met heel hun hart en ziel mochten ze zich toevertrouwen aan hun God. Hij had het beste met hen voor.

God had het volk Israël uitgekozen om Zijn volk te zijn. Het was Zijn persoonlijke eigendom. God koesterde Zijn volk zoals een kostbare parel. Hij keek naar Zijn volk zoals wij zouden kijken naar een sieraad van onschatbare waarde. Alle andere volken zouden hen benijden, niet zozeer omwille van hun prestaties, maar omwille van hun God. Over deze bijzondere hoge waarde die God aan mensen geeft, zei Petrus het volgende: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte (1 Petrus 2:9).” Door het bloed van de Heere Jezus zijn wij deel geworden van het volk van God. Wij zijn als een kostbare parel in Zijn ogen.

Gebed
Vader in de hemel, wat bijzonder dat U hen die U hebt uitgekozen, zo waardevol vindt! U hebt me lief en dat is bijzonder…

Dagsluiting
Lees Mattheüs 13:44-46. De Heere Jezus wist als geen ander hoezeer Zijn Vader van mensen hield. In het Oude Testament was het duidelijk: God Zelf had Zijn volk uitgekozen omdat Hij hen liefhad. Hij zag hen als een kostbaar sieraad. Dit is een beeld dat de Heere Jezus gebruikt voor ieder die in Hem gelooft. Wanneer je Hem kent, weet je dat je van onschatbare waarde bent! De waarde is wederzijds: ook jij hebt van Hem een bijzonder cadeau ontvangen.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Vrijdag – Iedereen gelijk
Lezen: Handelingen 10:1-20

De christenen die vanwege de vervolging Jeruzalem hadden verlaten, brachten het Evangelie alleen aan de Joden. Vanaf dit hoofdstuk zien we hoe de Joodse christenen hun vooroordelen loslaten. Cornelius stond aan het hoofd van honderd soldaten. Hij was lid van de Romeinse afdeling die in Caesarea gelegerd was. Cornelius geloofde in de God van Israël. Terwijl hij in gebed was, zag hij een engel die tot hem sprak. Deze gaf hem een opdracht om Petrus te zoeken.

Cornelius gehoorzaamde onmiddellijk en deed wat de engel vroeg. Hij zocht naar de waarheid van het Evangelie. Hij wist dat deze Petrus iets bijzonders te vertellen had. De volgende dag kreeg Petrus een visioen. Het was Jezus Die tot hem sprak. Tot driemaal toe zag hij hetzelfde beeld van reine en onreine dieren. Van jongs af had hij geleerd om onreine dieren te ontwijken, niet aan te raken en zeker niet te eten. Wat Jezus vroeg, begreep hij niet. Pas later, toen de Romeinse mannen arriveerden en hij bij Cornelius kwam, zag hij dat Joden en heidenen tot één volk waren geworden. Onze hemelse Vader maakt geen onderscheid tussen mensen. In de Heere Jezus zijn we allemaal gelijk.

Gebed
Jezus, dank U wel dat U me toont hoe U Petrus en Cornelius hebt geleid om Uw weg te volgen. U gaat zo liefdevol met ons om.

Dagsluiting
Lees Handelingen 10:19-20. Petrus dacht na over het visioen dat hij had gezien. De Heere Jezus had driemaal gesproken. De Heilige Geest sprak dan tot hem en liet zien wat er even later zou gebeuren. Petrus mocht niet twijfelen. Hij heeft Petrus stap voor stap voorbereid zodat hij wist wat hij moest doen. Zo werkt de Heilige Geest. Stap voor stap toont Hij je om Jezus te volgen.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Tijdens het weekend

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Denk na over de volgende vragen:

  1. Wat staat er in het gedeelte over God (Vader – Zoon – Heilige Geest)?
  2. Wat staat er over de mens?
  3. Een na te laten zonde?
  4. Een te volgen voorbeeld?
  5. Iets wat u aanspreekt?
  6. Hoe zult u dit in de praktijk brengen?

Neem tijd voor gebed.

Je kunt deze dagopeningen ook volgen via de app van het Centrum voor Pastorale Counseling: