Weekthema 24: De vreze des HEEREN
Toen Jesaja in de tempel van Jeruzalem een ontmoeting had met de heiligheid van God, wist hij wat de vreze des Heeren betekende. De confrontatie met de Schepper van hemel en aarde zet de mens op de juiste plek: op de knieën met bedekt gezicht. Ook Mozes en Johannes wisten wat het was om voor de troon van God te staan. Wat een voorrecht hebben wij als kinderen Gods om , door het bloed van Jezus, met ontzag op die hoge plaats te komen. Johannes 1:18: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.”
Lees elke dag: Psalm 19:10
De vreze des HEEREN is rein, zij houdt voor eeuwig stand; de bepalingen van de HEERE zijn waarachtig, met elkaar zijn zij rechtvaardig.
Maandag – God zien van aangezicht tot aangezicht
Lezen: Jesaja 6:1; Exodus 33:18-23
Toen Jesaja naar de tempel in Jeruzalem ging, was er een politieke crisis in het land. Koning Uzzia was net overleden. De ogen van Jesaja werden geopend om de ware Koning van Israël te zien. In de tempel zag hij de Heere God, zittende op een zeer hoge troon.
Mensen kunnen het aangezicht van God niet zien. De Bijbel leert dat niemand God kan zien en in leven blijven (Exodus 33:20). Mozes echter, had een heel bijzondere relatie met de God van Israël. Hij sprak met God op de berg en in de tent waar Hij God kon ontmoeten. Op een keer vroeg hij aan de Heere God om Zijn heerlijkheid te zien. God weigerde dit. Hij mocht God enkel van achter zien.
Later ontving Mozes de tien geboden. Toen hij de berg Sinaï afdaalde, straalde zijn gelaat. Er staat: … hij wist niet dat de huid van zijn gelaat straalde, omdat hij met God gesproken had (Exodus 34:29). Mozes weerspiegelde de heerlijkheid van God, want hij had tijd doorgebracht in Gods aanwezigheid. Hoe zou een mens blijven leven nadat hij de heerlijkheid van God heeft gezien? We zien de komende dagen hoe Jesaja reageerde.
Gebed
Heere Jezus, wat zie ik er naar uit om U te zien. Dank U voor de belofte dat ik U zal zien gelijk U bent. Ik strek mij daar naar uit.
Dagsluiting
Lees Numeri 6:24-26. Het was het verlangen van elke Jood om God te zien van aangezicht tot aangezicht. De zegen die de hogepriester op het volk legde, weerspiegelde dit verlangen. Ook wij verlangen ernaar om de heerlijkheid van God te zien. Ook wij willen Hem zien van aangezicht tot aangezicht. Dit is onze hoop, ons verlangen en onze verwachting. We strekken ons uit naar deze belofte: “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien, zoals Hij is (1 Johannes 3:2).”
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Dinsdag – De engelen bij de troon
Lezen: Jesaja 6:2; Exodus 3:1-6
Het is voor ons niet mogelijk om God te zien zoals Hij werkelijk is. We moeten eerst volledig gezuiverd en gereinigd worden. De Heere Jezus onderwees Zijn discipelen: “Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien (Mattheüs 5:8).” Niemand van ons is volledig rein van hart. Het is onze onreinheid die verhindert dat we God kunnen zien. Onze ogen zijn niet het probleem. Ons hart is het probleem. Maar wanneer we in de hemel komen, geheiligd en gereinigd zullen zijn, dan zullen we God zien van aangezicht tot aangezicht!
Toch zag Jesaja een wonderlijk gezicht. Hij zag hemelse wezens, boven de troon van God. Het waren Serafs, engelen die God heeft geschapen. Hoewel ze dicht bij God zijn, is het voor hen noodzakelijk om hun aangezicht met hun vleugels te bedekken. Ze kunnen het niet verdragen om God te zien van aangezicht tot aangezicht. Zoveel ontzag is er bij hen voor de heerlijkheid én de aanwezigheid van God.
Deze engelen hebben drie paar vleugels. Met één paar vliegen ze, met het tweede paar bedekken ze hun ogen, met het derde paar bedekken ze hun voeten. Engelen zijn geschapen wezens en om hun ontzag voor de heiligheid van God uit te drukken, bedekken ze hun voeten.
Gebed
Heere Jezus, wilt U mijn hart vullen met ontzag voor U? Ik verlang er naar om dicht bij U te zijn en te leven. Wilt U me laten zien waar U me wilt reinigen?
Dagsluiting
Lees Exodus 3:1-6. Toen Mozes naderde tot de brandende braamstruik sprak God tot hem: “Kom niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond (Exodus 3:5).” Mozes moest de schoenen van zijn voeten doen, omdat hij niet zomaar de plaats waar God aanwezig was, mocht betreden. Mozes begreep dit en hij bedekte zijn gezicht, want hij was bang om God aan te kijken. God is heilig, mensen zijn dat niet.
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Woensdag – Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten
Lezen: Jesaja 6:3-4; Openbaring 4:8
Jesaja zag niet alleen een bijzonder schouwspel. Hij hoorde ook hoe de twee Serafs elkaar toeriepen: “Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten, heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!” De Serafs wilden de aandacht vestigen op God Die heilig is. Maar Hij is veel meer: Hij is driemaal heilig.
In het boek Openbaring heeft de apostel Johannes een gelijkaardig visioen gehad. Johannes zag vier hemelse wezens, met elk zes vleugels, rondom de troon van God. Deze zongen ook zo’n lied: “Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt (Openbaring 4:8b)!” Ook hier wordt benadrukt: de Heere God is heilig.
Er is één kenmerk van de Heere God dat in de Bijbel driemaal herhaald wordt. Hij is heilig, heilig, heilig. Er staat nergens geschreven: de Heere God is liefde, liefde, liefde; of Hij is goed, goed, goed; of Hij is rechtvaardig, rechtvaardig, rechtvaardig. Maar er staat geschreven: de Heere God is heilig, heilig, heilig. En daarom is de aarde vol van Zijn heerlijkheid. Vele mensen zien die heerlijkheid niet, omdat ze niet beseffen hoe heilig God wel is.
Gebed
Vader in de hemel. U zit in de hemel op de hoogste troon. U bent zo groot in heerlijkheid en datgene wat Jesaja en Johannes hebben gezien begrijp ik niet zo goed. Hemelse Vader, wilt U me helpen om te begrijpen hoe heilig U bent?
Dagsluiting
Lees Jesaja 6:1-4. Jesaja heeft vol ontzag gezien en gehoord wat er gebeurt dichtbij de troon van de Allerhoogste God. Het geluid van de stem van de engelen was zo hevig dat de tempel bewoog en de plaats gevuld werd met rook. De aanwezigheid van God laat niets en niemand onbewogen.
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Donderdag – Wee mij!
Lezen: Jesaja 6:5; Mattheüs 15:10-20
De aanwezigheid van de Heere God heeft Jesaja niet onberoerd gelaten. Hij was helemaal ontdaan en riep: “Wee mij, ik verga!” Jesaja dacht echt dat zijn laatste uur geslagen was. Op dat moment was hij ervan overtuigd dat hij ging sterven. De tempel bewoog zoals bij een grote aardbeving en Jesaja viel op de grond. Toen hij de levende God zag in Zijn heiligheid, kon Jesaja maar één ding uitroepen: Wee mij!
Jesaja wist dat het oordeel over zijn leven kwam, omdat hij de Heere God had gezien. Hij riep: “Het is met mij gedaan!” Jesaja was een zeer respectabel man. Hij werd door koning en gewone man hoog gewaardeerd. Maar toen hij geconfronteerd werd met de heiligheid van de Heere God, kon hij niet blijven staan. Zijn goede naam stelde niet veel meer voor. Hij wist dat hij had afgedaan.
Jesaja werd zich bewust van zijn zonden. Hij kon niet staande blijven voor de heiligheid van de Heere God. Dit zou zijn dood betekenen. Voor de eerste maal in zijn leven begreep Jesaja werkelijk Wie God was. Voor de eerste maal in zijn leven wist hij wie hij zelf was.
Gebed
Heere Jezus, ik weet dat ik uit mezelf niet rein ben. Maar ik weet ook dat U me gereinigd hebt door het kostbaar bloed van het Lam. Dank U wel daarvoor. Wilt U helpen om dingen in mijn hart te bedenken die U eren, zodat wat over mijn lippen komt, rein zal zijn. Dank U wel, dat ik dit niet uit eigen kracht moet doen.
Dagsluiting
Lees Jesaja 6:5 en Mattheüs 15:10-20. Omdat God zo heilig is, zag Jesaja opeens heel helder zijn eigen onreinheid. En datgene wat hem onrein maakte was zijn mond. Hij wist dat hij onreine lippen had. De woorden die hij sprak kwamen uit een onrein hart, zoals ook de Heere Jezus leerde toen Hij sprak: “Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat verontreinigt de mens.”
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Vrijdag – Zend mij!
Lezen: Jesaja 6:6-8
Jesaja kon niet meer verder. Hij stond voor de troon van de hoog Heilige en het enige wat hij kon bedenken was: “Ik ben schuldig! Ik ben schuldig!”
Maar God is een God van troost. Hij is oneindig goed. Hij openbaarde Zichzelf niet zomaar aan Jesaja, om hem nadien te doden. Hij liet niet toe dat Jesaja zou sterven.
Eén van de Serafs raakte zijn lippen aan met een gloeiende kool van het altaar bij de troon. De dodelijke angst die Jesaja in zijn hart voelde, maakte dat hij nauwelijks de pijn op zijn lippen voelde. De onreinheid van zijn lippen werd weggebrand. Jesaja werd gereinigd door het brandend vuur van een heilig God.
De reiniging die Jesaja ervoer ging niet zonder pijn. Jesaja was zich bewust van een diep berouw over zijn zonden. Nadien kwam de Heere God in actie. Hij stuurde Zijn engel om de pijn van Jesaja weg te nemen. De Heere God zalfde de diepe wonde in het hart van Jesaja. De zonden werden vergeven. De schuld werd weggenomen. Jesaja was bevrijd en zijn persoon was intact gebleven. Jesaja ervoer dat de Heere God rechtvaardig is, omdat Hij heilig is. Bovendien begreep hij veel beter dat God vol liefde en goedheid is: Hij liet Jesaja leven. Jesaja zou nooit meer dezelfde zijn. Hij was niet alleen gereinigd. Hij was veranderd. Hij was klaar, nu kon God hem gebruiken.
Gebed
Dank U Heere Jezus, dat ik voor de troon van de Almachtige God kan naderen, zonder te sterven. Jesaja werd aangeraakt door een engel en gereinigd zodat hij niet zou sterven. Maar U hebt me gereinigd door Uw kostbaar bloed.
Dagsluiting
Lees Jesaja 6:7-8 en Jesaja 9:5-6. Jesaja hoorde de stem van God: “Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan?” Het antwoord van Jesaja was heel eenvoudig: “Zie, hier ben ik, zend mij.” Toen gaf de Heere God de opdracht aan Jesaja om een scherp oordeel over het volk Israël uit te spreken. Maar Jesaja was ook de profeet die de komst van de Messias mocht aankondigen. Hij kondigde de Vredevorst aan, Die het volk zou bevrijden van hun zonden.
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Tijdens het weekend
Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.
Denk na over de volgende vragen:
- Wat staat er in het gedeelte over God (Vader – Zoon – Heilige Geest)?
- Wat staat er over de mens?
- Een na te laten zonde?
- Een te volgen voorbeeld?
- Iets wat u aanspreekt?
- Hoe zult u dit in de praktijk brengen?
Neem tijd voor gebed.
Je kunt deze dagopeningen ook volgen via de app van het Centrum voor Pastorale Counseling: