Weekthema 36: Gehoorzaam als Abraham

Abraham was vijfenzeventig jaar oud toen de Heere God hem vroeg om alles te verlaten en te gaan naar het land van belofte. Abraham geloofde dat God het goede met hem voorhad en zou doen wat Hij had beloofd. Dat geloof is zeer waardevol. Wanneer ook wij weten dat God doet wat Hij heeft beloofd, geeft dit rust en veiligheid. Mensen houden zich vaak niet aan hun beloften en zijn haast niet te vertrouwen, maar onze Vader in de hemel is helemaal anders. Hij is trouw en te vertrouwen en daarom is het goed om Hem te gehoorzamen, zoals Abraham heeft gedaan.

Lees elke dag: Hebreeën 11:8
Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.

Maandag – God roept Abraham
Lezen: Genesis 12:1-9; Galaten 3:8

In hoofdstuk 12 van het boek Genesis lezen we hoe de Heere God bij Abraham kwam en tot hem sprak. God gaf aan Abraham een belofte: “…en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden (Genesis 12:3)”. God riep Abraham toen hij in Mesopotamië was. Hij groeide op in een land waar men afgoden diende. Toen de Heere God Zich aan Abraham kenbaar maakte als de Schepper van hemel en aarde, heeft Abraham God geloofd.

De Heere God heeft Abraham uit zijn familie weggehaald en gaf hem een belofte. Hij beloofde niet alleen dat Abraham zelf tot een belangrijk volk zou worden, maar dat de zegen die God aan Abraham gaf, zou doorgaan op alle volkeren. Wanneer God mensen opzoekt, belooft Hij dat Hij zal doen wat Hij gezegd heeft. Dat is goed nieuws. Dat is het Evangelie! Deze belofte van zegen is via de Heere Jezus bij al de volkeren van de aarde gekomen. Want al wie in Jezus gelooft, ontvangt de belofte die God aan Abraham gedaan heeft. Zo is de belofte van Abraham tot alle volkeren gekomen.

Gebed
Dank U wel, hemelse Vader, dat U een God bent die zegent. Uw zegen aan Abraham is doorheen de tijd ook tot ons gekomen. Wat bijzonder!

Dagsluiting
Lees Galaten 3:5-9. De apostel Paulus schreef aan de christenen van Galatië dat zij voor God rechtvaardig waren omdat ze in Jezus geloofden. Voor die tijd waren ze ongelovig. Abraham ging op weg naar het beloofde land en hij geloofde de belofte die God hem had gedaan. Zo zijn ook wij op weg naar het beloofde land en geloven wij in de vele beloften die God ons in de Bijbel heeft gegeven.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Dinsdag – God sluit een verbond met Abraham
Lezen: Genesis 15:1-18; Openbaring 7:9

In een tweede ontmoeting met de Heere God kreeg Abraham de belofte van een nageslacht, zo veel als er sterren aan de hemel zijn. Abraham geloofde dat, hoewel zijn vrouw Sara onvruchtbaar was en ze beiden oud waren. God sloot een verbond met Abraham. Wanneer twee mensen met elkaar een verbond sloten, gebeurde dit zo: er werden dieren in twee gezaagd, en de twee personen moesten doorheen een bloederig pad lopen, tussen de beide helften van de dieren. De afspraken die men had gemaakt, werden op deze manier bevestigd. Dit betekende dat de persoon die de afspraken niet zou nakomen, net zoals de dieren gedood zou worden.

We lezen dat Abraham in een diepe slaap viel en dat God alleen door het pad ging. Waarschijnlijk wilde God hiermee benadrukken dat Hij Zelf zou zorgen voor de vervulling van de beloften. De Heere toonde toen al dat Hij de vloek van de dood op Zijn Zoon, de Heere Jezus, zou leggen. Abraham geloofde dat hij tot een groot volk zou worden. Wij kunnen tot dit grote volk behoren. Indien we geloven dat de Heere Jezus voor onze zonden gestorven is, maken we deel uit van een groot volk. Dit volk zal zo talrijk zijn, dat het niet te tellen is. In Openbaring 7:9 kunnen we dit lezen.

Gebed
Vader in de hemel, U wil ik loven, aanbidden en danken! Van U is alle macht en kracht in de hemel en op de aarde! De zaligheid is van U en van het Lam!

Dagsluiting
Lees Openbaring 7:9-12. Aan het einde van de tijd zal er een grote menigte voor de troon van God en voor het Lam staan. Zij zullen liederen zingen terwijl ze met de engelen de Heere God en de Heere Jezus aanbidden. De Heere Jezus heeft deze grote menigte, zij die in Hem geloven, gekocht en betaald met Zijn bloed (Openbaring 7:14). Dit grote volk is het nageslacht van Abraham. Het zijn zij die door geloof in de Heere Jezus het eeuwige leven hebben ontvangen.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Woensdag – Een volk met koningen
Lezen: Genesis 17:1-16; Openbaring 5:8-10

In een derde ontmoeting met Abraham beloofde de Heere God opnieuw Abraham tot een groot volk te maken. God gaf hem zijn nieuwe naam Abraham wat betekent: vader van vele volken. De Heere God voegde een belofte toe: uit deze volken zullen koningen voortkomen. Het verbond was niet alleen geldig voor Abraham en zijn zoon, maar voor zijn nageslacht in de verre toekomst. Het was een eeuwig verbond. Abraham was intussen oud geworden en hij had nog steeds geen eigen zoon. De Heere God vroeg aan Abraham dat hij Hem zou vertrouwen en dat hij gehoorzaam zou zijn.

Uit de geschiedenis van het volk Israël weten we dat er in dit volk machtige koningen geweest zijn. De engel vertelde aan Maria dat haar Kind een koning zou zijn, die zou heersen tot in eeuwigheid (Lukas 1:33). En Johannes hoorde in de hemel een lied over de Heere Jezus, de eeuwige Koning. Hij is het Lam op de troon Dat uit alle volken mensen voor Zich heeft apart gezet. Deze mensen zullen als koningen op aarde heersen. Zo is de belofte die de Heere God aan Abraham deed, tot ons gekomen.

Gebed
Heere Jezus, U bent het Lam op de troon. U hebt mensen geroepen om samen met U als koningen te heersen op aarde. Wat een heerlijke belofte!

Dagsluiting
Lees Genesis 17:5-7 en Openbaring 5:9-10. De Heere God heeft aan Abraham beloofd dat er na hem een volk van koningen en priesters zou komen. Wij mogen tot dit volk behoren, omdat we geloven dat de Heere Jezus voor ons aan het kruis gestorven is. Door dit geloof maken wij deel uit van een heilige natie, zoals de apostel Petrus leert in zijn eerste brief: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petrus 2:9).”

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Donderdag – Wachten op de belofte
Lezen: Genesis 17:15-22; Johannes 9:1-7

Toen de Heere God voor het eerst tot Abraham sprak, was hij vijfenzeventig jaar. Nu, vijfentwintig jaar later, waren zowel hij als Sara hoogbejaard geworden, en de kans om een eigen zoon te krijgen was verdwenen. Maar God hield vast aan Zijn verbond en aan de belofte die Hij vroeger had gedaan. Hij vroeg aan Abraham om Hem te vertrouwen. Wat God had beloofd zou Hij ook doen, ook al was dit in de ogen van mensen onmogelijk.

Onze God is een God van wonderen. Toen Jezus voorbij de blindgeborene kwam, vroegen Zijn discipelen wat de oorzaak van deze blindheid was. Jezus wilde op deze vraag niet ingaan. Met de genezing van de blinde man wilde Hij Zijn discipelen leren dat ze van God wonderen mogen verwachten. Jezus legde slijk op de ogen van de blinde en gaf hem de opdracht om zich te wassen in het bad van Siloam. Zonder een moment van twijfel heeft deze man dit gedaan. Hij geloofde dat Jezus hem kon genezen. Nadien erkende hij Jezus als Zoon van God en aanbad Hem (Johannes 9:32-38).

Gebed
Vader in de hemel, dank U dat U een God van wonderen bent.

Dagsluiting
Lees Johannes 9:1-7. De blindgeborene in dit verhaal werd genezen opdat ‘de werken van God in hem openbaar zouden worden’. Jezus heeft macht om zieken te genezen. Dit is nog steeds zo. Wanneer Jezus iemand geneest is dat opdat de werken van God openbaar zouden worden. Of met andere woorden, wanneer God iemand geneest, gebeurt dit opdat mensen Hem zouden verheerlijken. Dat is wat de blindgeborene deed. Toen de Heere Jezus Zich aan hem kenbaar maakte als de Zoon van God, zei hij: “Ik geloof, Heere!” en hij aanbad Jezus (Johannes 9:35-38).

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Vrijdag – Abraham, een man van geloof
Lezen: Hebreeën 11:8-12; Johannes 14:1-4

De Heere God had Abraham beloofd het land Kanaän te geven. In zekere zin was Abraham reeds eigenaar geworden van het land. Het enige echter dat hij tijdens zijn leven in dit land als eigendom had, was een graf om zijn doden te begraven (Genesis 23:17-18). Abraham was tevreden met wat hij had. Hij leefde in tenten. Hij had geen vaste woonplaats. Hij leefde in Kanaän alsof hij in een vreemd land woonde. Zijn zoon Izak en zijn kleinzoon Jakob reisden met hem mee. Ze waren samen met Abraham erfgenamen van dezelfde belofte. Eens zou hun nageslacht dit land bezitten.

Abraham hechtte weinig belang aan bezit. Hij wachtte op een stad in de hemel, waarvan hij wist dat de Heere God die had gebouwd. Hij zette zijn hart niet op materiële dingen, maar was gericht op het eeuwige. Ook wij zijn vreemdelingen en bijwoners op aarde. Wij verlangen, net zoals Abraham, naar een hemels vaderland. Mannen en vrouwen van geloof weten dat deze wereld tijdelijk is. Ons eeuwig huis is bij de Heere God. Dit huis is de plaats die Jezus voor ons klaarmaakt.

Gebed
Heere Jezus, dank U wel dat we in geloof weten dat U in de hemel een plaats voor ons klaarmaakt.

Dagsluiting
Lees Johannes 14:1-7. Jezus nam afscheid van Zijn discipelen. Ze wilden niet dat Hij hen zou verlaten, en daarom beloofde Hij dat ze Hem zouden terugzien. Ze kenden de weg naar de hemel. Want iedereen die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, heeft de weg tot de Vader in de hemel gevonden. Jezus is de Weg, en de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Hem.

Van kaft tot kaft
Lees Oude en Nieuwe Testament teksten die vermeld staan in het leesrooster op de dag van vandaag.

Tijdens het weekend
Lees tijdens dit weekend de Bijbelgedeelten van het Oude en het Nieuwe Testament die vermeld staan in het leesrooster.

Denk na over de volgende vragen:

  1. Wat staat er in het gedeelte over God (Vader – Zoon – Heilige Geest)?
  2. staat er over de mens?
  3. Een na te laten zonde?
  4. Een te volgen voorbeeld?
  5. Iets wat u aanspreekt?
  6. Hoe zult u dit in de praktijk brengen?

Neem tijd voor gebed.

Je kunt deze dagopeningen ook volgen via de app van het Centrum voor Pastorale Counseling: