Echtscheiding, voorbeelden uit de praktijk

Jef De Vriese & Dirk Lemmens

We willen u een aantal concrete voorbeelden van omgaan met echtscheidingen de gevolgen ervan niet onthouden. Het ware veiliger voor ons geweest u deze voorbeelden niet te geven. Juist in de praktijk, waar het niet altijd mogelijk is de regels netjes toe te passen, worden pastorale werkers met situaties geconfronteerd die, ongeacht de aanpak, steeds de kenmerken dragen van deze onvolmaakte zondige wereld.
Indien u over deze voorbeelden anders denkt, kunnen wij dat begrijpen. Onze doelstelling is om te laten zien hoe wij proberen de Bijbelse principes toe te passen op omstandigheden die niet altijd eenvoudig en duidelijk zijn.

Inleiding
Het is niet zo moeilijk om de regels die we in de Schrift aangaande echtscheiding vinden, op een rij te zetten. Moeilijker wordt het wanneer zich in de praktijk situaties voordoen waarin het niet zo duidelijk is welke regel toepasbaar is, of hoe hij toegepast moet worden. Soms zijn verschillende regels tegelijkertijd van toepassing, maar leidt het gebruik ervan tot conflictuerende oplossingsstrategieën.
Het doel van dit artikel is enkele complexe voorbeelden te bespreken en een poging te ondernemen om een bijbelse oplossing voor te stellen of te laten zien hoe die in bepaalde situaties gehanteerd werd.
Het is gevaarlijk eenvoudig “ja” of “neen” te antwoorden op complexe vragen. Onderstaande voorbeelden zijn niet bedoeld als model om op anderen toe te passen. Elke situatie moet afzonderlijk beoordeeld worden, en dit onder leiding van het Woord en de persoonlijke leiding die God geeft aan de oudsten van de gemeente en van de betrokkenen. We pogen hier alleen aan te geven hoe in bepaalde gevallen gereageerd zou kunnen worden, en kunnen ons best voorstellen dat anderen anders zouden reageren.

Vooronderstellingen
Dit artikel is gebaseerd op de vooronderstellingen m.b.t. wat een huwelijk is en wanneer echtscheiding geoorloofd is.
Een huwelijk is een wettelijk vastgelegd verbond van trouw tussen drie partners: een man, een vrouw en God. Het contract omvat een verbintenis op drie vlakken: (1) het verlaten van de ouders, (2) het aanhangen van de partner en (3) het één vlees worden. De uitwerking van deze drievoudige verbintenis omvat (1) voor het verlaten: het openbaar en maatschappelijk uit de oude gezinseenheid stappen met als doel een nieuwe te vormen (in onze cultuur vastgelegd op het stadhuis); (2) voor het aanhangen: zijn leven zo inrichten dat de nieuwe gezinsstructuur de duurzame grondslag wordt voor het eigen maatschappelijk sociaal functioneren, onlosmakelijk aan de partner verbonden; (3) het één vlees worden: individuen die hun identiteit zoeken in het gezamenlijk aanvullend functioneren op alle vlakken (lichamelijk, psychisch, en geestelijk).
De principes m.b.t. huwelijk, echtscheiding en hertrouwen zijn van toepassing op allen, zowel gelovigen als ongelovigen. Het huwelijk is een scheppingsgegeven en derhalve zijn Gods richtlijnen voor het huwelijk ook van toepassing op het leven dat de gelovige voor zijn bekering geleid heeft. Dat iemand christen wordt vaagt het verleden niet uit. Alhoewel God de zonde gaarne vergeeft, moet men wel vaak met de gevolgen van het verleden leven.
In de Schrift wordt echtscheiding verboden. Bij wijze van uitzondering is echtscheiding wel geoorloofd bij overspel, of indien een ongelovige partner de gelovige verlaat.

Gevalsbesprekingen

Piet en Elza
Piet en Elza wonen elf jaar samen. Ze zijn 58 jaar en zijn allebei gescheiden na overspel door hun respectievelijke partner. Ze komen tot geloof en willen zich aansluiten bij de gemeente. Ze zijn vol enthousiasme over het Evangelie. De littekens uit hun vorig huwelijk zijn zo diep dat ze op dit moment niet willen kiezen om hun relatie wettelijk te bezegelen. Ze willen op dit moment de mogelijkheid om zonder juridische procedure uit elkaar te kunnen gaan open houden. Ze hebben geen gezamenlijke kinderen en de kinderen uit hun vroeger huwelijk zijn allen getrouwd. Moeten zij eerst wettelijk huwen vooraleer lid te worden van de gemeente?
Is dit een huwelijk?
Het verlaten van hun ouders is maatschappelijk zichtbaar, maar niet wettelijk vastgelegd.
Ze hangen elkaar aan, niet alleen persoonlijk, maar gedeeltelijk ook sociaal: ze staan als gezin bekend. Er is echter geen contractuele verbintenis. Die willen ze op dit moment niet.
Hun functioneren als “één vlees” moet bekeken worden. Lichamelijk is dat er wel, maar hoe functioneert dat verder? Hoe ver gaat die eenheid indien ze geen verbintenis willen?
Conclusie: dit is geen huwelijk, maar verschillende aspecten van wat een huwelijk inhoudt, functioneren wel.
Zijn ze vrij om te trouwen?
Hun vroeger huwelijk is ontbonden op gronden die bijbels aanvaardbaar zijn.
Indien er geen bijbelse grond was geweest, hadden ze eerst verzoening moeten nastreven met hun vroegere partner. In dat geval zou diegene wiens vroegere partner hertrouwd is of een nieuwe relatie heeft (overspel) vrij zijn. Indien de vroegere partner het huwelijk niet zou willen herstellen is 1 Kor. 7 van toepassing.
Houding van de individuen.
Beiden tonen ernstige bereidheid en verlangen om God te dienen. Dat drukt zich zichtbaar en praktisch uit op verschillende vlakken in hun geestelijk leven. Op het terrein van een officiële huwelijksverbintenis is dit (nog) niet zichtbaar. De oudsten hebben de indruk dat zij, wanneer ze eenmaal tot inzicht komen en de pijn van hun verleden beter verwerkt hebben, ook stappen zullen zetten om het huwelijk in orde te maken. Ze besluiten dat Gods werking in deze mensen op dit moment andere dingen vereist dan het in orde zetten van het huwelijk. Ze vermoeden dat, als ze eerst andere terreinen opruimen, het huwelijk vanzelf aan de beurt zal komen en bijbels geordend zal worden. Op grond van hun bereidheid de inzichten die ze vanuit de Schrift hebben zinvol te verwerken, en het punt van het huwelijk ernstig te onderzoeken, besluiten de oudsten dat ze lid kunnen worden van de gemeente.
Reactie van de gemeente.
Sommige gemeenteleden zijn blij met de gestadige geestelijke groei van dit koppel. Anderen zijn van mening dat de oudsten in de gemeente overspel toelaten. Er komt een hevige discussie. Standpunt één is dat overspel niet getolereerd mag worden en meteen uit de gemeente geweerd moet worden. Standpunt twee is dat iedereen een geestelijk groei doormaakt en dat indien voor de buitenwereld de Naam van Christus geen oneer wordt aangedaan dit koppel de kans moet krijgen om geestelijk te groeien tot op het punt dat ze een grondige beslissing kunnen maken m.b.t. het huwelijk. Een eenduidige goede oplossing is niet binnen handbereik.
Uiteindelijk wordt besloten dat het koppel in de gemeente mag blijven en dat een tuchtprocedure op dit moment niet aangewezen is daar niet alle stappen en mogelijkheden uitgeput zijn om geestelijke groei te bewerken. Dit besluit wordt genomen op voorwaarde dat ze Gods principes m.b.t. het huwelijk verder onderzoeken en bereid zijn het huwelijk te overwegen. Er wordt hun gecommuniceerd dat ze niet volgens de Schrift leven, maar dat ze tijd krijgen om te groeien. Het koppel is het met deze regeling eens. Niet alle gemeenteleden leggen zich bij deze beslissing neer, maar er ontstaat geen roddel, verbittering of splitsing.
Afloop.
Enkele jaren later is het koppel ook wettelijk getrouwd. Het had ook anders kunnen aflopen. De oudsten droegen in elk geval de verantwoordelijkheid om het geestelijk groeiproces te begeleiden en, indien dit fout liep, het lidmaatschap van beiden te herzien.

Jan en Teuni
Jan en Teuni zijn zestien jaar gehuwd. Ze hebben vier kinderen. Hun huwelijksrelatie heeft een turbulente geschiedenis waarbij reeds vijf hulpverleners te pas kwamen. Beiden omschrijven het probleem als een ongeïnteresseerd en ongevoelig zijn van Jan voor de noden van Teuni. Jan geeft toe dat hij niet in staat is Teuni te begrijpen. Elke hulpverlener is er in geslaagd om het huwelijksbootje opnieuw drijvende te houden en een zekere verbetering in de relatie te bewerken. Meestal was die verbetering van korte duur. Na een paar maanden stond Teuni opnieuw alleen met haar eenzaamheid en het dragen van de zorg voor de kinderen. Ze kan het niet meer aan. De enige uitweg die ze ziet is van Jan weg te gaan. Nadat ze dit met hem besproken heeft beslist hij eenzijdig om met het hele gezin te verhuizen. Hij zegt het huurcontract van het huis op en sluit alle bankrekeningen. Voor Teuni doet dit de maat overlopen. Ze huurt zelf een ander huis en blijft in het dorp wonen. Jan zit alleen in een nieuw huis in een grote stad en eist dat zijn vrouw en kinderen hem volgen. Hij vraagt Teuni bij hem te komen, maar zij weigert en klopt bij de gemeente aan voor financiële hulp. Moet de gemeente die hulp geven?
Is dit een huwelijk?
Dit is een huwelijk, maar het functioneert niet goed. Zowel het “aanhangen” als het “één vlees zijn” lopen zichtbaar mank.
Is echtscheiding mogelijk?
Dat de één het contract niet naleeft, ontslaat de ander niet van de verbintenis die werd aangegaan. Er is maar één optie: er aan werken. Indien ze toch uit elkaar zouden gaan is er maar één weg: alleen blijven of verzoenen.
De huwelijksbelofte is bindend Het feit dat ze zich contractueel verbonden hebben is maatgevend om vast te stellen dat er inderdaad een huwelijk is. Indien iemand het contract niet nakomt is er geen basis voor echtscheiding. Het huwelijkscontract is een driezijdig contract: twee mensen plus God. Indien de ander het contract niet volgt, is ieder individu toch aan de ander én aan God gebonden.
Hun houding.
Jan weigert alle contact met de gemeente. Hei eist dat zijn vrouw hem volgt.
Teuni weigert Jan te volgen en wil een echtscheiding inzetten. Ze weet dat dit tegen Gods Woord ingaat, maar ziet geen andere oplossing. Na gesprekken met de oudsten is Teuni bereid voorlopig geen echtscheiding aan te vragen. De oudsten hebben als alternatief een scheiding van tafel en bed geadviseerd. Eigenlijk zijn ze met deze gang van zaken ook niet akkoord, maar ze beschouwen een scheiding van tafel en bed, met een ingebouwde mogelijkheid om verzoening te bewerken beter dan zich op dit moment tegenover Teuni hard op te stellen en haar geestelijk te verliezen. Teuni reageert goed op het voorstel van de oudsten en er zijn in haar geestelijk leven duidelijke tekenen van groei. Daarom willen de oudsten haar ook tijdelijk financieel ondersteunen zodat zij tijd heeft om naar een nieuwe verzoening toe te groeien en zodat de kinderen geen te groot nadeel ondervinden van de huidige financiële chaos.
Reactie van de gemeente.
De gemeente vindt het ongehoord dat iemand die weigert haar man te volgen financieel ondersteund zou worden. De overheersende mening is dat de oudsten dit verkeerd aanpakken. De oudsten staan voor de keuze of ze Teuni steunen, maar daardoor in de gemeente zoveel stof doen opwaaien dat er ernstige schade komt aan het gemeentefunctioneren; of dat ze Teuni niet ondersteunen en haar daardoor pastoraal en financieel in een zeer moeilijk situatie laten. Uiteindelijk kiezen de oudsten voor het belang van de gemeente als geheel en delen ze Teuni mee dat de gemeente op dit moment niet de draagkracht heeft om haar probleem te begrijpen en haar in de voorgestelde weg geestelijk en financieel te ondersteunen.
Afloop.
Teuni blijft nog enkele weken in de gemeente, maar voelt zich onbegrepen en blijft uiteindelijk weg. Ze ontvangt steun van enkele vrienden buiten de gemeente, vindt werk als secretaresse en bouwt haar leven uit zonder Jan. De echtscheiding wordt ingezet.
De oudsten zijn van mening dat indien de gemeente anders had gereageerd er een betere kans op herstel geweest zou zijn. Dat zullen ze echter nooit weten.

Marc en Giselle
Marc is een succesvol ondernemer in de “midlife crisis”. Samenwerking met zijn secretaresse brengt hem tot de conclusie dat deze hem beter aanvoelt en begrijpt dan zijn eigen vrouw. Hij kan niet kiezen tussen zijn eigen vrouw en de secretaresse. Marc en Giselle hebben tot op dit moment een rustige relatie gehad, misschien niet zo diepgaand, maar zeker voorbeeldig voor de omgeving. Op een dag huurt hij met de secretaresse een huis en verlaat hij Giselle. Voor Giselle was dat een donderslag bij heldere hemel. Marc is, in tegenstelling tot Giselle, geen christen. Ze komen beide voor pastoraat. Hij breekt met zijn vriendin, maar vindt dat hij verder verantwoordelijk is (zij heeft haar gezin opgegeven en is financieel mede van hem afhankelijk geworden). Giselle is akkoord om de vrouw éénmalig en voor een groot bedrag financieel tegemoet te komen. Marc wil meer: hij wil een regeling op langere termijn en de zaak van nabij blijven volgen. Na enkele maanden wordt de zuigkracht te sterk en gaat hij weer terug naar zijn secretaresse. Marc loopt een paar keer heen en terug tussen Giselle en zijn vriendin.
Giselle heeft gekozen om niet te scheiden, maar het te verdragen. Ze gaat er emotioneel aan kapot.
Is dit een huwelijk?
Marc heeft echtbreuk gepleegd, maar dit ontbindt het bestaande huwelijk niet.
Echtscheiding toegestaan?
Er is een bijbelse grond voor echtscheiding. De bijbel laat haar de ruimte om te scheiden op grond van overspel.
Haar houding .
Zij wil koste wat kost trouw betonen. Ze is er van overtuigd hiermee een duidelijk voorbeeld te geven van Gods trouw voor zondige mensen.
Pastorale gesprekken geven de oudsten de indruk dat haar motivatie misschien niet uitsluitend op geestelijke principes berust. Er zijn andere gebeurtenissen in Giselles leven die er op wijze dat ze doorgaans een ‘martelaarsrol’ speelt in omstandigheden waarin ze beter initiatief zou nemen. Waarom houdt zij vast aan het huwelijk wanneer de Schrift haar toch de ruimte geeft om weg te gaan? Is het niet verstandiger te scheiden wanneer hij zijn eigen weg gaat en geen aanstalten maakt om aan een duurzaam herstel te werken? Zou ze niet meer emotionele ruimte krijgen na een scheiding van haar niet-christen man en de vrijheid die ze daardoor krijgt kunnen gebruiken voor haar geestelijke groei en betrokkenheid bij de gemeente?
Afloop.
Giselle woont reeds enkele jaren alleen. De kinderen zijn afgestudeerd en wonen niet meer thuis. Marc woont nog steeds bij zijn vriendin en heeft zich in lange tijd niet meer laten zien. Giselle heeft het gevoel de strijd om Marc verloren te hebben en is compleet uitgeput. Ze straalt geen levensvreugde uit en heeft vanwege de gemeente voortdurend grote pastorale zorg nodig.

Ruud en Daphne
Na hun eerste kindje kreeg Ruud een ziekte die hem impotent maakte en geen seksuele gemeenschap meer toeliet. Daphne pleegde later (vijftien jaar geleden) overspel. Ze is daardoor zwanger geworden. Ruud heeft besloten het kind te erkennen als zijn eigen kind en Daphne te vergeven. Ze zijn beiden doorgegaan met hun huwelijk, maar hebben de gevolgen slecht ingeschat. Het fysieke uiterlijk van het kind herinnert Ruud er dagelijks aan dat het kind niet van hem is. De worsteling met het verleden verkankert onophoudelijk Ruuds gedachteleven. Hij komt tot de conclusie dat het voor hem beter was geweest om te scheiden. Hij kende de gevolgen van zijn vroegere beslissing niet te scheiden wel, maar heeft ze verkeerd ingeschat. Nu blijkt dat hij het niet aankan. Hij vraagt zich af of echtscheiding toch nog kan.
Is dit een huwelijk ?
Ja.
Echtscheiding toegestaan?
Nadat vergeving is geschonken kan het verleden niet meer gebruikt worden. Het overspel kan geen rol meer spelen als argument voor een echtscheiding.
Hun houding
Ze hebben het allebei ontzettend moeilijk met de situatie, maar zijn wel van goede wil om geholpen te worden. Gesprekken maken duidelijk dat het overspel wel door Ruud vergeven werd, maar dat er nadien geen werk gemaakt is van herstel en opbouw van de huwelijksrelatie. Ze hebben hun doorgaan met het huwelijk verkeerd aangepakt.
Een pastoraal werker in de gemeente helpt hen met hun relatie en met het verwerken van de emoties en de steeds terugkerende herinnering aan het verleden.
Afloop.
Ruud en Daphne zijn nog steeds bij elkaar. Ze hebben het nog moeilijk, maar er zit wel groei in de relatie. Ze hebben zich verzoend met de gedachte dat ze vijftien jaar “verloren” hebben door niet ingrijpend aan hun relatie te werken. Ze zien nu in dat ze, ondanks de vergeving, wel dagelijks met de gevolgen van de zonde geconfronteerd worden en dat ze niet geleerd hebben om daarmee om te gaan. Dat vinden ze enerzijds moeilijk, maar anderzijds zien ze ook Gods genade in het feit dat ze bij elkaar zijn en samen voor het kind mogen zorgen.

Paul en Lydia
Paul en Lydia wonen reeds 20 jaar samen. Ze hebben vier kinderen. Lydia komt tot geloof. Zij wil een wettelijk huwelijk, maar Paul ziet geen goede reden om dat te doen: “Wij houden zo ook van elkaar en ik blijf je trouw”. Wat moet aan Lydia geadviseerd worden?
Is dit een huwelijk?
Ondanks hun jarenlange relatie, die door hun omgeving erkend wordt als duurzaam en stabiel, en waarvan ze zelf zeggen dat ze elkaar trouw beloofd hebben “tot de dood”, is dit geen huwelijk. Zowel op het gebied van het verlaten, aanhangen en één vlees zijn, zijn er vele facetten die zeer goed functioneren, maar in onze cultuur is het nog steeds zo dat samenwonenden niet beschouwd worden als gehuwden. Misschien zouden ze in het oerwoud van Afrika, waar geen stadhuizen staan, wel degelijk door de maatschappij als gehuwden erkend worden, maar in onze maatschappij niet.
Opmerking: gezien de veranderingen in onze cultuur m.b.t. de uitholling van het wettelijk huwelijk op het stadhuis is het denkbaar dat samenwonen en gehuwd zijn binnen enkele jaren wel degelijk gelijkgeschakeld gaan worden. Dit zou onze positie over het belang van een wettelijk vastgelegd contract kunnen veranderen. De vraag is dan hoe het op een andere manier maatschappelijk duidelijk gemaakt kan worden dat het om een relatie gaat waarin duurzame trouw wordt beloofd. Hier ligt een taak voor de gemeente en het kerkelijk huwelijk!
Dat er kinderen zijn doet niet ter zake m.b.t. het vaststellen of er een huwelijk is, maar het is natuurlijk wel van belang m.b.t. het vaststellen van de ouderlijke verantwoordelijkheid.
Moeten ze uit elkaar?
Verschillende principes komen hier in conflict met elkaar. Hun relatie heeft niet de status van een huwelijk, en dat is zonde. Het enige wat ze missen is het wettelijk contract, verder hebben ze over de jaren heen voor elkaar gezorgd én bieden ze een goede thuis voor vier kinderen. Deze relaties afbreken zou niet alleen voor de partners, maar ook voor de kinderen grote nadelige gevolgen hebben.
Er is geen goede oplossing. Elke oplossing confronteert ons met het feit dat we in een gebroken wereld leven. Daaruit besluiten dat omwille van praktische redenen dan maar het gemakkelijkste gekozen moet worden, is geen goede richtlijn. De hoofdvraag is of Lydia bereid is, ongeacht wat God vraagt, Zijn wil te (leren) doen. Is zij bereid om te blijven, indien dit Gods wil is? Is zij bereid om weg te gaan, indien dit Gods wil is? Slechts een open houding tegenover alle mogelijkheden en het bereid zijn om alle bijbelse principes te respecteren geeft een goede basis om tot een verantwoord besluit te komen. In het geval dat bijbelse principes tot een conflict kunnen leiden (bijvoorbeeld weggaan omdat het huwelijk niet in orde is, of blijven omwille van de ouderlijke verantwoordelijkheden voor de kinderen), moeten deze principes niet tegenover elkaar uitgespeeld worden, maar moeten ze samen erkend en aanvaard worden, zodat door onderzoek ervan, en het getuigenis van Gods Geest hierover in het geweten van de betrokkene en van de gemeente, een besluit kan komen dat later voor Gods troon stand zal kunnen houden.
In de beschreven situatie besloten de oudsten wat Lydia zelf wil ernstig te willen laten doorwegen in het advies dat ze gaven. Indien Lydia in staat is de bijbelse argumenten en principes op een rij te zetten en welwillend te aanvaarden, zouden zij liever geen advies geven, maar er van uitgaan dat ze in haar relatie met de Heer volwassenheid genoeg bezit om zelf een verantwoorde conclusie te trekken. Haar eigen wens en inzicht is dus niet maatgevend, maar wordt op die manier ingebed in de andere aspecten van Gods leiding (Zijn Woord, Geest, raad van broeders, omstandigheden, enz.).
Afloop.
Lydia besluit om bij Paul te blijven, een goede vrouw voor hem te zijn en samen met Paul de kinderen een goed thuis te geven. Zij is zeer betrokken in de gemeente. De meeste mensen weten niet dat ze niet wettelijk gehuwd is, maar onder diegenen die het weten zijn er wel die het met de koers die de oudsten varen niet eens zijn. Ze vragen zich af of op deze wijze geen zonde in de gemeente wordt toegelaten. Dat is een terechte vraag, maar het opgeven van de ouderlijke verantwoordelijkheden en het afbreken van de relatie zou ook zonden met zich mee brengen.

Geert en Riet
Geert en Riet zijn christen. Geert is in een echtscheidingsprocedure gewikkeld met zijn vrouw, die samenwoont met een andere man. Riet is ongehuwd. De echtscheidingsprocedure van Geert sleept door een juridisch steekspel verschillende jaren aan. Tijdens de procedure gaat hij een vriendschapsrelatie aan met Riet. Het begint met vriendschap, maar al gauw kookt zij regelmatig voor hem en knapt hij in haar huis allerlei klusjes op. Het valt voor iedereen op dat ze iets met elkaar hebben. Een oudste in de gemeente spreekt hun hierop aan. Zij geven te kennen dat ze inderdaad gevoelens hebben voor elkaar en veel tijd met elkaar doorbrengen. Ze hebben nog geen seksuele gemeenschap gehad. Zodra Geert gescheiden is, willen ze trouwen.
Is dit een huwelijk?
Geert en Riet zijn niet getrouwd. Geert is nog steeds gebonden aan zijn vrouw, totdat de echtscheiding is uitgesproken.
Is echtscheiding mogelijk?
Geert kan scheiden op grond van overspel. Zolang het huwelijk echter niet ontbonden is, moet Geert zijn deel van het huwelijkscontract uitvoeren. Hij moet trouw betonen aan zijn vrouw. Hij kan bijbels gezien geen relatie met Riet aangaan die groeit naar een huwelijk en waarin de facetten “verlaten”, “aanhangen” en “een vlees worden” stilaan gerealiseerd worden. Pas nadat het huidige huwelijk ontbonden is, mogen zij een relatie opbouwen die hen voorbereidt op het huwelijk.
Reactie van de omgeving.
Iedereen is ervan overtuigd dat die twee meer hebben dan vriendschap. Vragen van de buurt zijn: “Wat doen ze zo vaak bij elkaar? Wat gebeurt er als ze ‘s avonds alleen zijn? Hoe kan het anders dan dat ze met elkaar naar bed gaan?”. Alhoewel ze getuigen dat er geen seksuele relatie is (en dat is wellicht ook waar), wekt hun omgang met elkaar voor iedereen de indruk dat er wel degelijk “iets” is.
Hun reactie op het advies van de oudsten.
De oudsten gaan er van uit dat wat er nu gebeurt niet kan omdat door het schenden van de regels m.b.t. huwelijk en echtscheiding het beeld van Gods trouw schade wordt berokkend en omdat de relatie tussen Geert en Riet zowel binnen als buiten de gemeente een slecht getuigenis veroorzaakt. Anderzijds begrijpen zij ook hoe de relatie tussen Geert en Riet gegroeid is en dat dit niet meteen afgekapt kan worden zonder pastorale opvang en het aanbrengen van een begeleiding waarin de periode van de echtscheidingsprocedure met het oog op hun noden zo bijbels mogelijk overbrugd wordt.
De oudsten geven er de voorkeur aan Riet en Geert te vragen geen relatie op te bouwen die kenmerken van intimiteit vertoont die verder gaat dan wat normaal verwacht wordt tussen broeders en zusters in de gemeente. Zij geven te kennen dat ze dit niet willen en niet kunnen.
De oudsten begrijpen dat Riet en Geert er niet aan toe zijn om hun eerste advies zinvol te verwerken. Daarom bieden ze als alternatief begeleiding aan met als doel tot goede afspraken te komen die enerzijds hun relatie zuiver moeten houden en anderzijds het negatief getuigenis dat zij nu verspreiden stop moeten zetten. Riet en Geert zijn van mening dat de oudsten zich met dingen moeien die tot de privacy behoren en zijn verontwaardigd over wat zij ervaren als een oordelende houding. Ze verklaren zich bereid om Gods wil te doen, maar bestempelen de reactie van de oudsten als wettisch en ongevoelig en ze verwijten de omgeving dat er geroddeld wordt.
Afloop.
De betrokkenheid van Geert en Riet bij de gemeente wordt zeer zwak. Zij voelen zich niet aanvaard. Geert krijgt uiteindelijk zijn scheiding. Nadien trouwen ze voor de wet, maar niet in de gemeente. Met Kerstmis en Pasen zijn ze wel eens in de gemeentesamenkomst.

Oorspronkelijk verschenen in Tijdschrift voor Theologie en Pastorale Counseling, 6de jaargang, 3de kwartaal 1994, nr. 23, p 56-62. Centrum voor Pastorale Counseling v.z.w.